Innogenetics - commentaar op de kapitaalsronde - beleggersnet
Euronext: Innogenetics
06 april 2005
Onverwacht haalt Innogenetics geld op voor expansie in de diagnostica-afdeling. Maar ook voor de therapeuticadivisie is het weldra ‘money time’, het uur van de waarheid. Innovatief met cashFrancis MuyshondtInnogenetics kwam, zag en overwon op de kapitaalmarkten. De biotechgroep haalde twee weken terug in een recordtijd 34,5 miljoen EUR verse middelen op terwijl ze slechts (minstens) 20 miljoen had vooropgesteld. Het siert het bedrijf dat het op een zeer korte tijdspanne erin slaagde zoveel middelen bijeen te harken. De vraag bij institutionele beleggers naar aandelen Innogenetics is opnieuw zeer sterk. De groep staat dan ook aan de vooravond van de doorbraak. Gemakkelijk geldDe oogst van nieuwe middelen kwam als een verrassing. De groep beschikte eind 2004 immers over 26 miljoen EUR in cash. Bovendien zijn er over enkele maanden (zie ook verder) cruciale studieresultaten Financieel directeur (CFO) Wim Ottevaere onderstreept dat Innogenetics snel de middelen nodig zou kunnen hebben en absoluut niet in een positie wil komen waar de kaspositie te laag zou zakken. “Dan komen we in een zwakkere onderhandelingspositie te zitten, en vlak voor het mogelijk bereiken van enkele mijlpalen is dat uit den boze.” De CFO had liever eind 2004 extra geld opgehaald, maar door het plotse vertrek van topman Philippe Archinard had de groep andere katten te geselen. Het zichtbaar gemakkelijk binnenrijven van 34,5 miljoen EUR staat in schril contrast met de vorige kapitaalverhoging eind 2003. Toen wist de groep slechts 23 miljoen EUR te verzamelen tegenover een verhoopt bedrag van 35 à 37 miljoen EUR. Kleine beleggers lieten het massaal afweten. Deze keer kregen zij zelfs geen kans. De aangeboden aandelen gingen ditmaal wel over de toonbank tegen 12,6 EUR, een ‘gebruikelijke’ korting voor institutionelen van zo’n 10%.Versteviging diagnosticaInnogenetics gaat de middelen aanwenden om zijn diagnosticapoot intern en vooral extern te laten groeien, ze zullen niet worden gebruikt voor de therapeutica-afdeling. De nieuwe topman Frank Mörich ziet duidelijk heel wat mogelijkheden en wil snel zijn stempel op de onderneming drukken. Innogenetics wil diagnostica in licentie nemen op het vlak van oncologie en cardiovasculaire aandoeningen. Twee gebieden waarop de groep nog geen activiteiten heeft opgebouwd. Andere doelstellingen voor de afdeling zijn op het gebied van het bestaande universum van infectieziekten, genetische tests en neurodegeneratie nieuwe gespecialiseerde producten met hoge toegevoegde waarde ontwikkelen en ze op de markt brengen met of zonder partners. Daarnaast de uitgebouwde productiecapaciteit openstellen voor biotechgroepen die zelf niet over een goedgekeurde productiefaciliteit beschikken. Door dat alles zou de groep tegen 2006 ‘break-even’ (winst, noch verlies) moeten draaien en Ottevaere verwacht dan ook dat de diagnosticaverkopen tegen 2008 meer dan verdubbelen. Sommige waarnemers tippen zelfs al op een verdrievoudiging, zeker als in het derde kwartaal van dit jaar Roche zijn snelle bacteriologische test op de markt gaat brengen. Dat zal de kas van Innogenetics met heel wat royalty’s spijzen. De uitspraak van vorige topman Archinard dat diagnostica een melkkoe zal worden voor het therapeutische gedeelte, wordt meer en meer bewaarheid. Uur van de waarheid nadertNa gunstige resultaten rond het hepatitis B-vaccin is het nu wachten op de eerste studieresultaten in het fase IIb-onderzoek naar het hepatitis C-vaccin. In juni komt de groep met de resultaten voor het vaccin gebaseerd op cellen van zoogdieren en in het vierde kwartaal krijgen we de cijfers rond het vaccin gebaseerd op een gistingsproces in cellen. Het huidige onderzoek is in twee gesplitst volgens de wijze waarop de E1-proteïne wordt gefabriceerd. E1 is een van de bouwstenen van het virus (en van het vaccin) en zorgt ervoor dat het virus zich in de lever kan vastzetten, zodat het immuniteitssysteem er geen vat op heeft. Aan het eerste onderzoek nemen 164 patiënten deel, de ene helft krijgt het vaccin E1m en de andere helft een placebo of nepmiddel toegediend. Aan de tweede studie, die enkele maanden later van start ging, nemen 122 mensen deel en is de verhouding E1y en placebo drie tegen één. Uit beide onderzoeken zal de efficiëntie van het E1-productieproces moeten blijken. Innogenetics hoopt vooral dat het onderzoek naar het vaccin gebaseerd op gistingsproces in cellen goed afloopt, want die productiemethode is 99% goedkoper dan de productie gebaseerd op cellen van zoogdieren. Zelf financierenWat de studieresultaten uiteindelijk zullen aantonen, is nog niet gekend, maar diverse topmensen bij de groep drukten de voorbije weken hun optimisme uit. Topman Mörich vertelde onder meer dat Innogenetics in staat moet zijn om de eerdere resultaten te kunnen herhalen en een goedkeuring van het FDA zal ontvangen indien het vaccin enkel een verslechtering van de lever zou tegenhouden. Hoofdaandeelhouder Rudi Mariën voegde daar enkele dagen later zelfs aan toe dat het hepatitis C-vaccin bij gunstige resultaten een ‘fast track status’ van het FDA zal krijgen, omdat voor chronische hepatitis C-patiënten vandaag geen of slechts gebrekkige middelen voorhanden zijn. Met een fast track mag het middel een versneld onderzoeksproces afleggen, waardoor het sneller op de markt zou komen. Volgens Mariën zou dat eind 2007 of begin 2008 een feit moeten zijn. Hij gaf ook aan dat indien de fase IIb-studies een succes zijn, de groep zelf haar fase III-onderzoek zal financieren. Fase IIAOm het geheugen wat op te frissen, geven we nogmaals de resultaten van het fase IIa-onderzoek voor het hepatitis C-vaccin. Na twee vaccinatiekuren met het E1 therapeutisch kandidaat-vaccin bij 33 patiënten met een chronische hepatitis C-infectie werd bij 12 patiënten (37%) een verbetering van het leverweefsel vastgesteld, terwijl het weefsel stabiel bleef bij nog eens 14 patiënten (42%). Een andere betekenisvolle vaststelling was een gemiddelde daling (verbetering) van de leverfibrose. Het komt er voor Innogenetics op aan dezelfde resultaten voor te leggen voor onderzoek bij een grotere groep mensen.THERAPEUTISCHE OPVOLGINGOngeveer een jaar geleden herschreef Innogenetics zijn plannen voor de therapeutica-afdeling. Het koos resoluut voor de ontwikkeling van vaccins tegen infectieziekten met het vaccin tegen hepatitis C als vlaggenschip. De overname van het vaccinprogramma van Genencor begin 2004 luidde die strategische ommezwaai in. Innogenetics voegde toen kandidaat-vaccins, gebaseerd op een technologie van het biotechbedrijf Epimmune, tegen hepatitis B en het menselijke papillomavirus aan zijn bestaande programma toe. Het haalde tevens een onderzoeksplatform voor vaccinatieproducten tegen hepatitis C binnen. Eind vorige week liet Innogenetics weten dat het de eerste klinische onderzoeksfase voor het therapeutische vaccin tegen hepatitis B met succes heeft afgerond. Deze studie toonde de veiligheid en tolerantie van het kandidaat-vaccin aan, in de volgende fase komt het erop aan een maximale immuunrespons te bereiken. Het immuunsysteem zou een belangrijke rol spelen om het virus onder controle te houden en te elimineren. Hepatitis B is een van de meest chronische virale infecties ter wereld en naar schatting 350 miljoen personen zouden chronische dragers zijn of worden van het virus, dat vaak leidt tot levensbedreigende leverziekten zoals cirrose. Het onderzoek naar het vaccin tegen het papillomavirus zit nog in preklinische fase.Voor het onderzoek naar het profylactische vaccin tegen hepatitis C is Innogenetics op zoek naar een partner. Het profylactische vaccin dient voor preventie terwijl het therapeutische vaccin, dat momenteel in fase IIb zit, de aandoening moet behandelen. Het zoeken naar een partner geldt trouwens voor alle projecten die niet onder deze vaccinnoemer vallen, zoals Lyphoderm (wondheling) en de studies naar oedeem (INNO 201) en sepsis (INNO 202).
06 april 2005
Onverwacht haalt Innogenetics geld op voor expansie in de diagnostica-afdeling. Maar ook voor de therapeuticadivisie is het weldra ‘money time’, het uur van de waarheid. Innovatief met cashFrancis MuyshondtInnogenetics kwam, zag en overwon op de kapitaalmarkten. De biotechgroep haalde twee weken terug in een recordtijd 34,5 miljoen EUR verse middelen op terwijl ze slechts (minstens) 20 miljoen had vooropgesteld. Het siert het bedrijf dat het op een zeer korte tijdspanne erin slaagde zoveel middelen bijeen te harken. De vraag bij institutionele beleggers naar aandelen Innogenetics is opnieuw zeer sterk. De groep staat dan ook aan de vooravond van de doorbraak. Gemakkelijk geldDe oogst van nieuwe middelen kwam als een verrassing. De groep beschikte eind 2004 immers over 26 miljoen EUR in cash. Bovendien zijn er over enkele maanden (zie ook verder) cruciale studieresultaten Financieel directeur (CFO) Wim Ottevaere onderstreept dat Innogenetics snel de middelen nodig zou kunnen hebben en absoluut niet in een positie wil komen waar de kaspositie te laag zou zakken. “Dan komen we in een zwakkere onderhandelingspositie te zitten, en vlak voor het mogelijk bereiken van enkele mijlpalen is dat uit den boze.” De CFO had liever eind 2004 extra geld opgehaald, maar door het plotse vertrek van topman Philippe Archinard had de groep andere katten te geselen. Het zichtbaar gemakkelijk binnenrijven van 34,5 miljoen EUR staat in schril contrast met de vorige kapitaalverhoging eind 2003. Toen wist de groep slechts 23 miljoen EUR te verzamelen tegenover een verhoopt bedrag van 35 à 37 miljoen EUR. Kleine beleggers lieten het massaal afweten. Deze keer kregen zij zelfs geen kans. De aangeboden aandelen gingen ditmaal wel over de toonbank tegen 12,6 EUR, een ‘gebruikelijke’ korting voor institutionelen van zo’n 10%.Versteviging diagnosticaInnogenetics gaat de middelen aanwenden om zijn diagnosticapoot intern en vooral extern te laten groeien, ze zullen niet worden gebruikt voor de therapeutica-afdeling. De nieuwe topman Frank Mörich ziet duidelijk heel wat mogelijkheden en wil snel zijn stempel op de onderneming drukken. Innogenetics wil diagnostica in licentie nemen op het vlak van oncologie en cardiovasculaire aandoeningen. Twee gebieden waarop de groep nog geen activiteiten heeft opgebouwd. Andere doelstellingen voor de afdeling zijn op het gebied van het bestaande universum van infectieziekten, genetische tests en neurodegeneratie nieuwe gespecialiseerde producten met hoge toegevoegde waarde ontwikkelen en ze op de markt brengen met of zonder partners. Daarnaast de uitgebouwde productiecapaciteit openstellen voor biotechgroepen die zelf niet over een goedgekeurde productiefaciliteit beschikken. Door dat alles zou de groep tegen 2006 ‘break-even’ (winst, noch verlies) moeten draaien en Ottevaere verwacht dan ook dat de diagnosticaverkopen tegen 2008 meer dan verdubbelen. Sommige waarnemers tippen zelfs al op een verdrievoudiging, zeker als in het derde kwartaal van dit jaar Roche zijn snelle bacteriologische test op de markt gaat brengen. Dat zal de kas van Innogenetics met heel wat royalty’s spijzen. De uitspraak van vorige topman Archinard dat diagnostica een melkkoe zal worden voor het therapeutische gedeelte, wordt meer en meer bewaarheid. Uur van de waarheid nadertNa gunstige resultaten rond het hepatitis B-vaccin is het nu wachten op de eerste studieresultaten in het fase IIb-onderzoek naar het hepatitis C-vaccin. In juni komt de groep met de resultaten voor het vaccin gebaseerd op cellen van zoogdieren en in het vierde kwartaal krijgen we de cijfers rond het vaccin gebaseerd op een gistingsproces in cellen. Het huidige onderzoek is in twee gesplitst volgens de wijze waarop de E1-proteïne wordt gefabriceerd. E1 is een van de bouwstenen van het virus (en van het vaccin) en zorgt ervoor dat het virus zich in de lever kan vastzetten, zodat het immuniteitssysteem er geen vat op heeft. Aan het eerste onderzoek nemen 164 patiënten deel, de ene helft krijgt het vaccin E1m en de andere helft een placebo of nepmiddel toegediend. Aan de tweede studie, die enkele maanden later van start ging, nemen 122 mensen deel en is de verhouding E1y en placebo drie tegen één. Uit beide onderzoeken zal de efficiëntie van het E1-productieproces moeten blijken. Innogenetics hoopt vooral dat het onderzoek naar het vaccin gebaseerd op gistingsproces in cellen goed afloopt, want die productiemethode is 99% goedkoper dan de productie gebaseerd op cellen van zoogdieren. Zelf financierenWat de studieresultaten uiteindelijk zullen aantonen, is nog niet gekend, maar diverse topmensen bij de groep drukten de voorbije weken hun optimisme uit. Topman Mörich vertelde onder meer dat Innogenetics in staat moet zijn om de eerdere resultaten te kunnen herhalen en een goedkeuring van het FDA zal ontvangen indien het vaccin enkel een verslechtering van de lever zou tegenhouden. Hoofdaandeelhouder Rudi Mariën voegde daar enkele dagen later zelfs aan toe dat het hepatitis C-vaccin bij gunstige resultaten een ‘fast track status’ van het FDA zal krijgen, omdat voor chronische hepatitis C-patiënten vandaag geen of slechts gebrekkige middelen voorhanden zijn. Met een fast track mag het middel een versneld onderzoeksproces afleggen, waardoor het sneller op de markt zou komen. Volgens Mariën zou dat eind 2007 of begin 2008 een feit moeten zijn. Hij gaf ook aan dat indien de fase IIb-studies een succes zijn, de groep zelf haar fase III-onderzoek zal financieren. Fase IIAOm het geheugen wat op te frissen, geven we nogmaals de resultaten van het fase IIa-onderzoek voor het hepatitis C-vaccin. Na twee vaccinatiekuren met het E1 therapeutisch kandidaat-vaccin bij 33 patiënten met een chronische hepatitis C-infectie werd bij 12 patiënten (37%) een verbetering van het leverweefsel vastgesteld, terwijl het weefsel stabiel bleef bij nog eens 14 patiënten (42%). Een andere betekenisvolle vaststelling was een gemiddelde daling (verbetering) van de leverfibrose. Het komt er voor Innogenetics op aan dezelfde resultaten voor te leggen voor onderzoek bij een grotere groep mensen.THERAPEUTISCHE OPVOLGINGOngeveer een jaar geleden herschreef Innogenetics zijn plannen voor de therapeutica-afdeling. Het koos resoluut voor de ontwikkeling van vaccins tegen infectieziekten met het vaccin tegen hepatitis C als vlaggenschip. De overname van het vaccinprogramma van Genencor begin 2004 luidde die strategische ommezwaai in. Innogenetics voegde toen kandidaat-vaccins, gebaseerd op een technologie van het biotechbedrijf Epimmune, tegen hepatitis B en het menselijke papillomavirus aan zijn bestaande programma toe. Het haalde tevens een onderzoeksplatform voor vaccinatieproducten tegen hepatitis C binnen. Eind vorige week liet Innogenetics weten dat het de eerste klinische onderzoeksfase voor het therapeutische vaccin tegen hepatitis B met succes heeft afgerond. Deze studie toonde de veiligheid en tolerantie van het kandidaat-vaccin aan, in de volgende fase komt het erop aan een maximale immuunrespons te bereiken. Het immuunsysteem zou een belangrijke rol spelen om het virus onder controle te houden en te elimineren. Hepatitis B is een van de meest chronische virale infecties ter wereld en naar schatting 350 miljoen personen zouden chronische dragers zijn of worden van het virus, dat vaak leidt tot levensbedreigende leverziekten zoals cirrose. Het onderzoek naar het vaccin tegen het papillomavirus zit nog in preklinische fase.Voor het onderzoek naar het profylactische vaccin tegen hepatitis C is Innogenetics op zoek naar een partner. Het profylactische vaccin dient voor preventie terwijl het therapeutische vaccin, dat momenteel in fase IIb zit, de aandoening moet behandelen. Het zoeken naar een partner geldt trouwens voor alle projecten die niet onder deze vaccinnoemer vallen, zoals Lyphoderm (wondheling) en de studies naar oedeem (INNO 201) en sepsis (INNO 202).
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home