Socfinasia - Palmolie voor Biodiesel
U beslist: Socfinasia, de stille kracht
Over Socfinasia hebben we het afgelopen decennium al regelmatig geschreven, maar niet veelvuldig. Er valt immers niet elke dag nieuws te rapen. De communicatie blijft tot op de dag van vandaag een minder punt van de 'gesloten' Luxemburgse plantageholding uit de groep van Rivaud/Bolloré. Maar het groeitraject van het afgelopen decennium maakt veel goed, en de perspectieven klinken allesbehalve zwartgallig.
Socfinasia = Socfindo
Wie Socfinasia zegt, zegt al jaren palmolie en zegt al jaren Socfindo. Deze Indonesische groep wordt aangehouden via Plantations Nord Sumatra (niet te verwarren met Nord-Sumatra, dat noteert op Euronext Brussel) en Socfinasia bezit 90 % van de aandelen. Lange tijd was dat maar 60 %. Maar begin deze eeuw kon de groep, op een ogenblik dat de palmolieprijs op een meerjarig dieptepunt stond, aan 'interessante' prijzen een pakket van 30 % bijkopen van de overheid. De groep heeft nog een aankoopoptie op de res- terende 10 % tot 30 juni van dit jaar. Misschien is het tactisch bekeken beter om die overblijvende 10 % in handen van de Indonesische overheid te laten. Socfindo is immers een erg rendabele, maar stilaan een meer mature plantage met een gemiddelde leeftijd van de bomen die richting 15 jaar gaat. De piekproductie wordt doorgaans bereikt na 10 à 15 jaar. Bovendien is de hele concessie vol geplant. Men zal dus elders moeten kijken voor verdere uitbreidingen. Daarbij kan de Indonesische overheid een bepalende rol spelen. Socfindo beschikt over een kleine 40.000 hectare oliepalmen en circa 10.000 hectare rubber.
12 EUR dividend
Dat de Luxemburgse plantageholding met een lagere winst zou uitpakken, stond eigenlijk al meer dan een half jaar in de sterren geschreven. Vooral in het eerste kwartaal van vorig jaar stond de palmolieprijs een pak lager dan in dezelfde periode van 2004. En die achterstand kon in de loop van het jaar niet meer worden goedgemaakt, ondanks een prijsherstel in de loop van het jaar. Uiteindelijk pakte Socfinasia uit met een nettowinst van 22,36 miljoen EUR. Dat is 15 % minder dan de 26,26 miljoen EUR over het boekjaar 2004. Maar als we de winsten filteren voor uitzonderlijke elementen, valt de terugval met 8 % best mee. De waarde van de portefeuille bedraagt volgens het management 333,3 miljoen EUR, of afgerond 333 EUR per aandeel. De huidige koers ligt daar dus maar zo'n 10 % onder. De onderwaardering is het verleden al wel eens groter geweest. De aandeelhouders worden toch wel verwend. Want Socfinasia maakt zijn reputatie van 'gulle dividendbetaler' (met uitzondering van de jaren onmiddellijk na de aankoop van de bijkomende 30 % van Socfindo) meer dan waar. Het dividend wordt immers opgetrokken van 10 naar 12 EUR per aandeel. Na een ongewijzigd interimdividend van 4 EUR wil dat zeggen dat de aandeelhouders nog 8 EUR (bruto) per aandeel tegoed hebben in juni.
Belangrijke troeven
Zoals heel wat andere (landbouw) grondstoffen profiteert ook palmolie van het groeiverhaal in China en Azië. In de westerse landen bedraagt de gemiddelde consumptie van oliën en vetten circa 50 kilogram, tegenover 15 kilo in landen als China en India. En we weten dat een derde van de wereldbevolking in die beide landen woont. Dat is dus een enorm potentieel voor de komende decennia! Volgens studies zou het jaarlijkse verbruik met 3,1 % per jaar toenemen de komende 15 à 20 jaar. Daarvoor moet in minder dan twee decennia tot 60 miljoen ton meer oliën en vetten geproduceerd worden. En dat is bijna de helft meer dan de huidige productie. Bij onder meer het Belgische Sipef zijn ze ervan overtuigd dat palmolie dé 'soft commodity' van de toekomst is omdat in dat groeiverhaal vooral een hoofdrol voor palmolie weggelegd zal zijn. Dat is trouwens geen 'gewaagde' voorspelling. Het ligt in lijn met de ontwikkelingen van de voorbije 25 jaar. Naast in mindere mate raapzaadolie/canola en zonnebloemolie is vooral sojaolie de belangrijkste 'concurrent' binnen de oliehoudende zaden voor palm(pit)olie. Over de voorbije kwarteeuw is de wereldwijde productie van palmolie verzesvoudigd, terwijl de factor voor sojaolie 'beperkt' bleef tot 2,5. In de wereldwijde productie van oliën en vetten nemen de 8 belangrijkste plantaardige oliën nu al bijna 4/5 in, terwijl dit 25 jaar geleden nog 3/5 was. Binnen die plantaardige oliën is het belang van palmolie stelselmatig opgelopen. We mogen afgerond van een verdubbeling spreken (circa 15 % in 1980 versus ruim 30 % vandaag). Het aandeel van sojaolie is lichtjes gedaald van 37 naar 32 %. Men moet geen Nostradamus zijn om te voorspellen dat palmolie de koppositie van sojaolie zal overnemen. Palmolie heeft immers een aantal voordelen tegenover sojaolie, of omgekeerd, sojaolie heeft een aantal nadelen. Zo moet soja jaarlijks aangeplant en geoogst worden, terwijl de vruchten van palmolie aan bomen hangen die 20 à 25 jaar meegaan en zoals aangegeven na 10 à 15 jaar hun piekproductie bereiken. Het is wel een drietal jaren wachten op de eerste vruchten. Een belangrijk onderscheid is ook dat sojaolie slechts een bijproduct is van soja, dat in hoofdzaak wordt gebruikt als dierenvoeder, terwijl de palmolievrucht voor 90 % wordt aangewend voor de olie. Verder is de sojaoogst gevoeliger voor klimatologische omstandigheden. De productie daalt bij droogte of hevige regenval. Last but not least levert palmolie 4 ton olie op per hectare, of tien keer zo veel als soja. Als er de komende jaren nood is aan miljoenen ton bijkomende productie, dan zal men zich wel verplicht voelen om zich eerder op palmolie te richten. Want waar gaat men al die extra soja kunnen planten? Er is immers een wereldwijde tendens om het landbouwareaal in te krimpen.
Biodiesel
Palmolie heeft dus mooie troeven voor de toekomst. Daar komt nog bij dat het toepassingsgebied steeds wordt uitgebreid. Traditioneel is palmolie eerder gericht op de voedingsindustrie (o.a. chocolade), maar daar zijn al enige tijd ook toepassingen in cosmetica, plastics en zelfs de farmacie bijgekomen. En dan is er het afgelopen jaar het woord 'biodiesel' bijgekomen. Het is niemand ontgaan dat mede door de explosieve groei van China de aardolieprijzen de jongste jaren flink zijn opgelopen. En de algemene verwachting is dat die petroleumprijzen nog een tijd hoog gaan blijven. Dat maakt de zoektocht naar alternatieven een winstgevende zaak. Een van de meest interessante alternatieven vandaag is biobrandstof. Er is de verwerking van suiker tot ethanol in Brazilië, iets wat al enkele decennia gebeurt en nu explosief begint te groeien. Het blijft immers de goedkoopste brandstofvorm, ondanks het oplopen van de suikerprijs. De Verenigde Staten hebben weinig suiker en gebruiken maïs om ethanol te maken.
Een andere piste die ontwikkeld wordt, is echter het gebruik van oliehoudende zaden zoals raapzaadolie en koolzaadolie. En ook palmolie, het 'Aziatische alternatief'. Toch is het minder geschikt omdat palmolie pas bij hogere temperaturen vloeibaar wordt. Maar sowieso profiteert palmolie ervan, want als andere plantaardige oliën meer voor biodiesel worden gebruikt, zal er procentueel nog meer palmolie voor de andere toepassingen nodig zijn. Mede door de opkomst van biodiesel gaan zowat alle analisten ervan uit dat de palmolieprijs dit jaar (minstens) 10 % zal stijgen. En de koersen van haast alle plantagewaarden zijn daarop vooruitgelopen, inclusief die van Socfinasia. Dat maakt de aandelen minder aantrekkelijk vanuit een kortetermijnperspectief, maar op lange termijn zijn er nog steeds voldoende argumenten om een koersprestatie te verwachten die beter is dan het marktgemiddelde.
Over Socfinasia hebben we het afgelopen decennium al regelmatig geschreven, maar niet veelvuldig. Er valt immers niet elke dag nieuws te rapen. De communicatie blijft tot op de dag van vandaag een minder punt van de 'gesloten' Luxemburgse plantageholding uit de groep van Rivaud/Bolloré. Maar het groeitraject van het afgelopen decennium maakt veel goed, en de perspectieven klinken allesbehalve zwartgallig.
Socfinasia = Socfindo
Wie Socfinasia zegt, zegt al jaren palmolie en zegt al jaren Socfindo. Deze Indonesische groep wordt aangehouden via Plantations Nord Sumatra (niet te verwarren met Nord-Sumatra, dat noteert op Euronext Brussel) en Socfinasia bezit 90 % van de aandelen. Lange tijd was dat maar 60 %. Maar begin deze eeuw kon de groep, op een ogenblik dat de palmolieprijs op een meerjarig dieptepunt stond, aan 'interessante' prijzen een pakket van 30 % bijkopen van de overheid. De groep heeft nog een aankoopoptie op de res- terende 10 % tot 30 juni van dit jaar. Misschien is het tactisch bekeken beter om die overblijvende 10 % in handen van de Indonesische overheid te laten. Socfindo is immers een erg rendabele, maar stilaan een meer mature plantage met een gemiddelde leeftijd van de bomen die richting 15 jaar gaat. De piekproductie wordt doorgaans bereikt na 10 à 15 jaar. Bovendien is de hele concessie vol geplant. Men zal dus elders moeten kijken voor verdere uitbreidingen. Daarbij kan de Indonesische overheid een bepalende rol spelen. Socfindo beschikt over een kleine 40.000 hectare oliepalmen en circa 10.000 hectare rubber.
12 EUR dividend
Dat de Luxemburgse plantageholding met een lagere winst zou uitpakken, stond eigenlijk al meer dan een half jaar in de sterren geschreven. Vooral in het eerste kwartaal van vorig jaar stond de palmolieprijs een pak lager dan in dezelfde periode van 2004. En die achterstand kon in de loop van het jaar niet meer worden goedgemaakt, ondanks een prijsherstel in de loop van het jaar. Uiteindelijk pakte Socfinasia uit met een nettowinst van 22,36 miljoen EUR. Dat is 15 % minder dan de 26,26 miljoen EUR over het boekjaar 2004. Maar als we de winsten filteren voor uitzonderlijke elementen, valt de terugval met 8 % best mee. De waarde van de portefeuille bedraagt volgens het management 333,3 miljoen EUR, of afgerond 333 EUR per aandeel. De huidige koers ligt daar dus maar zo'n 10 % onder. De onderwaardering is het verleden al wel eens groter geweest. De aandeelhouders worden toch wel verwend. Want Socfinasia maakt zijn reputatie van 'gulle dividendbetaler' (met uitzondering van de jaren onmiddellijk na de aankoop van de bijkomende 30 % van Socfindo) meer dan waar. Het dividend wordt immers opgetrokken van 10 naar 12 EUR per aandeel. Na een ongewijzigd interimdividend van 4 EUR wil dat zeggen dat de aandeelhouders nog 8 EUR (bruto) per aandeel tegoed hebben in juni.
Belangrijke troeven
Zoals heel wat andere (landbouw) grondstoffen profiteert ook palmolie van het groeiverhaal in China en Azië. In de westerse landen bedraagt de gemiddelde consumptie van oliën en vetten circa 50 kilogram, tegenover 15 kilo in landen als China en India. En we weten dat een derde van de wereldbevolking in die beide landen woont. Dat is dus een enorm potentieel voor de komende decennia! Volgens studies zou het jaarlijkse verbruik met 3,1 % per jaar toenemen de komende 15 à 20 jaar. Daarvoor moet in minder dan twee decennia tot 60 miljoen ton meer oliën en vetten geproduceerd worden. En dat is bijna de helft meer dan de huidige productie. Bij onder meer het Belgische Sipef zijn ze ervan overtuigd dat palmolie dé 'soft commodity' van de toekomst is omdat in dat groeiverhaal vooral een hoofdrol voor palmolie weggelegd zal zijn. Dat is trouwens geen 'gewaagde' voorspelling. Het ligt in lijn met de ontwikkelingen van de voorbije 25 jaar. Naast in mindere mate raapzaadolie/canola en zonnebloemolie is vooral sojaolie de belangrijkste 'concurrent' binnen de oliehoudende zaden voor palm(pit)olie. Over de voorbije kwarteeuw is de wereldwijde productie van palmolie verzesvoudigd, terwijl de factor voor sojaolie 'beperkt' bleef tot 2,5. In de wereldwijde productie van oliën en vetten nemen de 8 belangrijkste plantaardige oliën nu al bijna 4/5 in, terwijl dit 25 jaar geleden nog 3/5 was. Binnen die plantaardige oliën is het belang van palmolie stelselmatig opgelopen. We mogen afgerond van een verdubbeling spreken (circa 15 % in 1980 versus ruim 30 % vandaag). Het aandeel van sojaolie is lichtjes gedaald van 37 naar 32 %. Men moet geen Nostradamus zijn om te voorspellen dat palmolie de koppositie van sojaolie zal overnemen. Palmolie heeft immers een aantal voordelen tegenover sojaolie, of omgekeerd, sojaolie heeft een aantal nadelen. Zo moet soja jaarlijks aangeplant en geoogst worden, terwijl de vruchten van palmolie aan bomen hangen die 20 à 25 jaar meegaan en zoals aangegeven na 10 à 15 jaar hun piekproductie bereiken. Het is wel een drietal jaren wachten op de eerste vruchten. Een belangrijk onderscheid is ook dat sojaolie slechts een bijproduct is van soja, dat in hoofdzaak wordt gebruikt als dierenvoeder, terwijl de palmolievrucht voor 90 % wordt aangewend voor de olie. Verder is de sojaoogst gevoeliger voor klimatologische omstandigheden. De productie daalt bij droogte of hevige regenval. Last but not least levert palmolie 4 ton olie op per hectare, of tien keer zo veel als soja. Als er de komende jaren nood is aan miljoenen ton bijkomende productie, dan zal men zich wel verplicht voelen om zich eerder op palmolie te richten. Want waar gaat men al die extra soja kunnen planten? Er is immers een wereldwijde tendens om het landbouwareaal in te krimpen.
Biodiesel
Palmolie heeft dus mooie troeven voor de toekomst. Daar komt nog bij dat het toepassingsgebied steeds wordt uitgebreid. Traditioneel is palmolie eerder gericht op de voedingsindustrie (o.a. chocolade), maar daar zijn al enige tijd ook toepassingen in cosmetica, plastics en zelfs de farmacie bijgekomen. En dan is er het afgelopen jaar het woord 'biodiesel' bijgekomen. Het is niemand ontgaan dat mede door de explosieve groei van China de aardolieprijzen de jongste jaren flink zijn opgelopen. En de algemene verwachting is dat die petroleumprijzen nog een tijd hoog gaan blijven. Dat maakt de zoektocht naar alternatieven een winstgevende zaak. Een van de meest interessante alternatieven vandaag is biobrandstof. Er is de verwerking van suiker tot ethanol in Brazilië, iets wat al enkele decennia gebeurt en nu explosief begint te groeien. Het blijft immers de goedkoopste brandstofvorm, ondanks het oplopen van de suikerprijs. De Verenigde Staten hebben weinig suiker en gebruiken maïs om ethanol te maken.
Een andere piste die ontwikkeld wordt, is echter het gebruik van oliehoudende zaden zoals raapzaadolie en koolzaadolie. En ook palmolie, het 'Aziatische alternatief'. Toch is het minder geschikt omdat palmolie pas bij hogere temperaturen vloeibaar wordt. Maar sowieso profiteert palmolie ervan, want als andere plantaardige oliën meer voor biodiesel worden gebruikt, zal er procentueel nog meer palmolie voor de andere toepassingen nodig zijn. Mede door de opkomst van biodiesel gaan zowat alle analisten ervan uit dat de palmolieprijs dit jaar (minstens) 10 % zal stijgen. En de koersen van haast alle plantagewaarden zijn daarop vooruitgelopen, inclusief die van Socfinasia. Dat maakt de aandelen minder aantrekkelijk vanuit een kortetermijnperspectief, maar op lange termijn zijn er nog steeds voldoende argumenten om een koersprestatie te verwachten die beter is dan het marktgemiddelde.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home